Uit een meerjarig onderzoek van het onafhankelijke adviesbureau Groeikracht blijkt dat spitten volgens de Imants-methode een waardig alternatief is voor de ploeg bij de teelt van maïs. In veel gevallen zorgt dit zelfs voor hogere zetmeelopbrengsten.
Spitten kent tegenover ploegen een aantal voordelen. Zo vormt er zich onder de gespitte laag geen ploegzool waardoor de wortelgroei niet geremd wordt. Organisch materiaal zoals stalmest, gewasresten of vanggewas wordt verkleind en gemengd in de biologisch actieve bodemlaag en de bodemtemperatuur wordt grotendeels behouden.
De Imants spitmachines zijn uitgerust met linkse en rechtse spitbladen, die gelijkmatig verdeeld zijn over de spitas. Hierdoor wordt grond en organisch materiaal optimaal gemengd. Ook zorgde Imants voor veel ruimte in de machine, zodat er zelfs bij veel organisch materiaal van opstroppen geen sprake is.
Aan de aangedreven harkrol besteedde de fabrikant ook veel aandacht. Niet alleen laat deze een egaal zaaibed achter, maar door de specifieke diameter kan de machine rustig op de rol lopen waardoor ongelijk land geen invloed heeft op het spitwerk. Voor maïsteelt, die warmte nodig heeft om te kiemen, is dit een groot voordeel tegenover ploegen.
Groeikracht BV heeft in de jaren 2018, 2019 en 2021 eigen onderzoek uitgevoerd naar het project Grondig Boeren met Maïs Brabant. Door het gebruik van machines uit de praktijk en herhalingen van stroken werd ervoor gezorgd dat de proeven zo dicht mogelijk bij de praktijk werden gehouden.
Om zoveel mogelijk externe invloeden uit te schakelen, werd telkens de Imants spitmachine vergeleken met dezelfde ploeg, een Lemken 5-schaar met ondergronders en uitgerust met een Flex-pack vorenpakker. Uit verschillende prikken met de penetrometer bleek dat de spitmachine met voorzetwoeler de grond dieper los maakte dan de ploeg met ondergronders.
De proeven werden steeds voor snijmaïs aangelegd op zowel lichte zandgronden als op leemhoudende zandgronden. Het onderzoek keek naar verkleining en vertering van het vanggewas, resultaat van hoofdbewerking, onkruiddruk en -opslag, opkomsttelling, oogstmeting en voederwaardebepaling aan de hand van meerdere monsters. De resultaten werden vervolgens met analytische software vergeleken.
Uit de resultaten van drie jaar eigen veldproeven en de samenwerking met het project Grondig Boeren met Maïs Brabant blijkt dat er verschillen zijn tussen het ploegen en spitten van grond voor snijmaïsteelt.
Als er alleen wordt gekeken naar de strikte gewasopbrengst, dan zijn de verschillen tussen ploegen en spitten klein.
Wanneer er echter dieper op de resultaten wordt ingegaan, blijkt dat er grotere zetmeelopbrengsten zijn bij spitten vergeleken met ploegen.
Snijmaïs is een energiegewas, dat geteeld wordt voor het zetmeel. De resultaten over 3 jaar toonden zowel op de droge, normale als leemhoudende hogere zetmeelopbrengsten (zie onderstaande tabel waarbij de resultaten met een hoofdletter staan voor significant en dus ook bij een herhaaldelijke proef zo zullen voorkomen).
De gemiddelde meeropbrengst zetmeel bedroeg 3,3% per hectare bij spitten in vergelijking met ploegen. Op de droge zandgrond haalde de maïs op gespitte grond een meeropbrengst in droge stof (DS) van wel 7,8%.
Meeropbrengst in droge stof (DS) van wel 7,8% van maïs op droge gespitte zandgrond ten opzichte van geploegde droge zandgrond
Op de normale zandgrond haalde de maïs op gespitte grond een meeropbrengst in zetmeel van 7,1%.
Deze meeropbrengst is te verklaren door een aantal eigenschappen van de spitmachine. Zo legt de spitmachine met aangedreven harkrol de bouwvoor vaster weg dan de ploeg. Hierdoor wordt meer vocht d vastgehouden. Een droge grond warmt sneller op, wat zorgt voor een snellere kieming, het vocht dat in de bouwvoor vastgehouden wordt zorgt er voor dat aan de jonge plantjes hun vochtbehoefte voldaan wordt. De ploeg laat een lossere bouwvoor na, waardoor veel vocht kan ontsnappen maar ook meer (warme) lucht kan intreden.
Uit de gegevens van het Grondig Boeren-project, dat werd uitgevoerd op leemhoudende gronden, blijkt dat de spitmachine superieur is. Het verschil tussen de ploeg en de spitmachine is echter minder op drogere zandgronden. Bij het uitvoeren van de proeven werd opgemerkt dat er een stevige ploegzool onder de bouwvoor aanwezig was, die met behulp van een voorzetwoeler tot een diepte van 42 cm werd doorbroken. Voor optimale resultaten is het essentieel om op het juiste moment en met de juiste instellingen te werken, ongeacht de grondsoort. Daarnaast is het belangrijk dat de spitmachine is uitgerust met een voorzetwoeler of woeltanden tussen de spitmessen, om de grond diep en effectief te bewerken zonder overmatige menging van de grondlagen.
Bij het voorbereiden van maïsvelden moet rekening worden gehouden met eventuele vanggewassen of groenbemesters, zowel bij het ploegen als bij het spitten. De impact van het correct verkleinen en onderwerken van vanggewassen mag niet worden onderschat. Groeikracht heeft ook hier verschillende proeven uitgevoerd. Het is raadzaam om de vanggewassen vroegtijdig en grondig te verkleinen. Dit komt doordat vanggewassen worden geteeld om gedurende de wintermaanden voedingsstoffen vast te houden, die na voldoende verkleining beschikbaar komen als voeding voor de volgende maïsteelt in het voorjaar. Als de vanggewassen te laat of onvoldoende worden verkleind, onttrekken ze stikstof aan de bodem. Door vanggewassen vroegtijdig te verkleinen, leveren ze juist stikstof op voor de volgende teelt. Dit is van groot belang gezien de huidige prijzen van meststoffen. Onder 'grondig' verstaan we verkleining door middel van frezen of twee bewerkingen met een schijveneg. Op percelen waar vanggewassen laat en oppervlakkig (één bewerking met een vleugelschaarcultivator) werden aangepakt, werd een aanzienlijk lagere opbrengst gemeten. Het verschil tussen grondige en oppervlakkige bewerking bedroeg meer dan 20% minder zetmeelopbrengst. Bij grondige bewerking werd geen significant verschil waargenomen tussen één keer frezen of twee keer bewerken met een schijveneg. Het is ook belangrijk om bij het onderwerken van vanggewassen op het juiste moment en met de juiste instellingen te werken. Ongeacht de voorbereiding van de groenbemester constateerde Groeikracht een aanzienlijk hogere zetmeelopbrengst bij het spitten.
Bij het onderzoek naar de invloed van vanggewassen zijn er drie soorten gebruikt: Bladrammenas, Italiaans raaigras en Rietzwenkgras. Het correct verkleinen van Italiaans raaigras vereist de meeste aandacht. Zowel één keer frezen als twee bewerkingen met een schijveneg zorgen voor een geschikte voorbereiding, zelfs zonder het gebruik van glyfosaat. Natuurlijk moet de bodem geschikt zijn om op het juiste moment met de voorbereiding te beginnen. Als Italiaans raaigras niet voldoende verkleind is vóór de hoofdgrondbewerking, heeft de ploeg een voordeel.
Na 4 jaar praktijkproeven hebben we een enorme hoeveelheid gegevens verzameld. Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat spitten een uitstekende grondbewerkingstechniek is voor de maïsteelt. Vooral op (droge) zandgronden heeft de spitmachine een duidelijk voordeel wat betreft de strikte (zetmeel)opbrengst. Wanneer we ook de andere voordelen van de spitmachine in overweging nemen, wordt het verschil met de ploeg nog groter. Het belang van een voorzetwoeler of woelpoten tussen de spitmessen wordt ook bevestigd in het onderzoek. Om optimale wortelgroei mogelijk te maken, moet de grond voldoende diep worden losgemaakt. Rechte, smalle woelpoten zorgen ervoor dat de grondlagen worden gebroken zonder dat ze worden gemengd. Ten slotte is het van cruciaal belang om zowel voor de maïsteelt als voor andere gewassen de juiste bewerking op het juiste moment en onder de juiste omstandigheden uit te voeren om het beste eindresultaat te behalen.
Naast het praktijkonderzoek van Groeikracht heeft Imants zelf ook een grondige technische evaluatie uitgevoerd. Met een vergelijkbare trekker kan de spitmachine de grond in één bewerking zaaiklaar maken, met een werkbreedte van 3 meter. In vergelijking daarmee bewerkt een 4-schaar ploeg met een snijbreedte van 35 cm slechts 1,4 meter grond per werkgang, en zelfs bij een snijbreedte van 45 cm blijft dit minder dan 2 meter. Bovendien moet in het merendeel van de gevallen de grond nog zaaiklaar worden gemaakt met behulp van een rotorkopeg of zaaibedbereider. De spitmachine zorgt dus niet alleen voor aanzienlijke besparingen op brandstof en arbeidsuren, maar vermindert ook het aantal werkgangen en de bijbehorende bodemverdichting. In vergelijking met een 5-schaar ploeg met een vorenpakker, zoals gebruikt in dit onderzoek, leidt het gebruik van een spitmachine tot een brandstofbesparing van 35% en een tijdsbesparing van 35%. Dit resulteert in een kostenbesparing van 35% voor grondbewerking.
Dit resulteert in een kostenbesparing van 35% voor grondbewerking, bij meerdere werkgangen kan dit oplopen tot meer dan 50%
Als er meerdere werkgangen nodig zijn, zoals een extra bewerking voor zaaibedbereiding, kan de besparing zelfs oplopen tot meer dan 50%. Daarbij komen nog andere voordelen van de spitmachine, zoals het optimale mengen van plantenresten of stalmest in de bouwvoor, een snellere opwarming van de grond, behoud van de capillaire werking van de bodem en het vermijden van een ploegzool. Het is duidelijk dat de spitmachine de superieure keuze is.
Neem contact op voor meer informatie